Programma ‘water in balans’ brengt evenwicht in overlast door water en droogte.
We krijgen steeds meer te maken met extremer weer. Hittegolven, hevige neerslag maar ook perioden van droogte zijn aan de orde van de dag. De klimaatverandering vraagt om een snelle verduurzaming van onze omgeving en de overgang naar een energieneutraal en klimaatbestendig Nederland.
In Limburg zetten het waterschap, gemeenten, inwoners en tal van andere partijen zich in voor een duurzaam en robuust watersysteem dat klaar is voor de toekomst.
Water in Balans
Waterschap Limburg geeft met het programma Water in Balans prioriteit aan het oplossen van problemen door wateroverlast en droogte. Oplossingen worden zoveel mogelijk bedacht, uitgevoerd én beheerd samen met de omgeving.
Dit co-creatieproces zorgt voor bewustwording en draagvlak dat nodig is om alle partijen in de verandering mee te krijgen. Maatregelen zijn in te delen in vier categorieën: het aanpassen van het regionale watersysteem (zoals het verbeteren van de afvoer en het aanleggen van buffers), het aanpassen van het landelijke/buitengebied (zoals het vasthouden van water), het aanpassen van het stedelijke/bebouwde gebied (zoals het aanleggen van buffers en het aanpassen van de riolering) en aanpassingen door inwoners zelf (zoals het plaatsen van schotten, het ont-stenen van tuinen en het afkoppelen van regenwater).
Wisselwerking stad en land
Waterschapsbestuurders Josette Van Wersch en Har Frenken staan samen aan de lat om de ambitieuze doelstellingen van het programma te realiseren. Van Wersch doet dit voor het stedelijke gebied, Frenken voor het landelijke gebied.
“Je ziet bijvoorbeeld dat voor de wateroverlastproblemen in de stedelijke gebieden in Zuid-Limburg ook maatregelen in het buitengebied nodig zijn, er is dus een duidelijke wisselwerking”, licht Van Wersch toe.
“Het is daarom heel zinvol om inwoners uit de bebouwde gebieden in de dalen te laten praten met agrariërs die in hoger gelegen gebieden met hun bedrijf zitten. Dan pas komt er begrip voor elkaars problemen en uitdagingen”.
“Door het extremere weer wordt het niet alleen veel natter, maar ook veel droger”
Stedelijk gebied: verstening terugdringen
De invloed van het bebouwd gebied op het watersysteem heeft vooral te maken met het begrip ‘verstening’. Het verharde oppervlak zorgt er voor dat regenwater niet meer de grond in kan zakken, versneld wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater en naar rioolwaterzuiveringsinstallaties.
“Gevolg is dat deze gebieden bijdragen aan verdroging, piekbelasting op oppervlaktewater en het onnodig zuiveren van oorspronkelijk schoon regenwater”, legt Van Wersch uit. “Tel daarbij op dat verstening er voor zorgt dat dorpen en steden op tropische dagen ‘hitte-eilanden’ worden.
De oplossing ligt voor de hand: het watersysteem in het bebouwd gebied natuurlijker maken.”
Stimuleringsregeling afkoppelen
“Zo stimuleren we bij inwoners zelf het afkoppelen van regenwater als onderdeel van duurzaam waterbeheer”, vervolgt Van Wersch. “Een stimuleringsregeling helpt daarbij.
In Noord- en Midden-Limburg zijn we eind mei een campagne gestart om het afkoppelen aan te moedigen. Intussen is er al zo’n 45.000 vierkante meter tuin afgekoppeld; ‘Waterklaar’ noemen we die tuinen. Dat is mooi, maar we zijn er nog lang niet.
Iedereen zal een spreekwoordelijke duit in het zakje moeten doen, of dat nu in geld, eigen maatregelen of het aandragen van innovatieve ideeën is. We leggen de verantwoordelijkheid bij mensen zelf neer. Maar we onderzoeken met gemeenten ook of een gedifferentieerde zuiveringsheffing toepasbaar is op de mate van bereidheid van mensen om mee te werken.
Immers; elke druppel telt!”
Landelijk gebied: water vasthouden
Het landelijke gebied staat voor heel andere vraagstukken. “Agrariërs zijn ondernemers en daarmee afhankelijk van de inkomsten van hun eigen gronden”, geeft Frenken aan. Hij is zelf ook agrariër en verstaat daarmee de taal van zijn collega-ondernemers als geen ander.
“Door het extremere weer wordt het niet alleen veel natter, maar ook veel droger. Beiden kunnen producten van agrariërs behoorlijk verpesten. Bij maatregelen in het buitengebied moet je vooral denken aan het kunnen vasthouden van water in natte periodes en het weer kunnen inzetten van dat water in tijden van droogte.”
Win-win
Peilgestuurde drainage wordt bijvoorbeeld al veel toegepast op landbouwpercelen. Door drainage peilgestuurd te maken voeren agrariërs niet onnodig veel water af op de beken. Ook kunnen we wanneer dat nodig is, water vasthouden met behulp van de stuwen in beken of dat juist laten doorstromen.
Maar we doen ook proeven met sub-irrigatie. In dit systeem wordt grondwater ingelaten in de verzamelput van peilgestuurde drainage. Het gaat hier dus niet om draineren maar infiltreren met hetzelfde systeem.
Het water verspreidt zich ondergronds via de drainagebuizen, waardoor de grondwaterstand stijgt en de wortelzone vochtig blijft. Hierdoor is bovengronds beregenen minder vaak nodig en wordt verdroging in de landbouw mogelijk tegengegaan.
Daarnaast zien we dat agrariërs zelf andere manieren van grondbewerking gaan toepassen en dus zelf innovatiever worden.
Als waterschap kijken we samen met gemeenten in het zuiden of we het landschap kunnen ‘verruwen’. We onderzoeken waar we bijvoorbeeld graften of glooiingen in het landschap kunnen aanbrengen om het water dat naar beneden stroomt, af te remmen.
Dat is voor het land goed, maar het moet ook voorkomen dat het water bij de inwoners die in de dalen wonen hun huizen in stroomt. Een mooie win-win-situatie!” aldus Frenken.