Programmamaker en ondernemer Johnny de Mol zet zich naast zijn eigen goede doel in voor meerdere goede doelen. In zijn werk als filantroop heeft hij veel aandacht voor kwetsbare kinderen, jongeren met een beperking en vluchtelingen. Aandacht voor de medemens is ook terug te zien in zijn tv-programma’s. “Niets doen is geen optie meer.”
Medemenselijkheid en empathie voor een ander: voor Johnny is het niet meer dan normaal. Dat begon al als kind toen hij met zijn moeder, zangeres Willeke Alberti, meeging naar zorginstellingen om op te treden voor eenzame ouderen. Zijn stiefvader, oud-voetballer Søren Lerby, was ook altijd betrokken en geïnteresseerd in anderen.
Als je mensen als beesten behandelt, gedragen zij zich ook als beesten
Johnny: “Iedere maandag vroeg hij aan de koffiedame van Ajax hoe haar zoon gespeeld had.” Als scholier raakte het hem al wanneer een kind buiten werd gesloten of steeds als laatste werd gekozen bij de gym. “Zelf viel ik er overal net buiten op school. Toch liep ik niet met de groep mee en koos ik dan juist diegene met dat brilletje die gepest werd. Je hebt maar een paar sleutelfiguren nodig om een verschil te maken. Hoe cool zou het zijn dat ook empathie en voor een ander opkomen het nieuwe rock-‘n-roll wordt bij kinderen. Onwetendheid kun je wat aan doen, maar onverschilligheid is zoveel erger.”
Juiste timing en gevoel
Als ambassadeur van een stichting voor kinderen die uit huis zijn geplaatst, wat na het overlijden van Guusje Nederhorst is opgericht, trad hij in 2007 voor het eerst officieel naar buiten met zijn werk voor goede doelen. Daarvoor was hij vooral onder de radar bezig op verschillende vlakken. Zoals het reageren op brieven van mensen met een laatste wens, boekjes voorlezen aan kinderen in het ziekenhuis of soep opscheppen voor ouderen op kerstmarkten.
“Ik had een hechte band met Guusje en stond achter het gedachtegoed om meer kleur te geven aan het leven van kinderen die uit huis zijn geplaatst. Het voelde goed en de timing was juist om met dit goede doel naar buiten te treden.” In 2015 was de erbarmelijke vluchtelingenproblematiek voor Johnny een trigger om uiteindelijk zijn eigen goede doel met vrienden op te richten. Toen het vluchteling jongetje Aylan aanspoelde op een Turks strand besloot hij met een groep vrienden af te reizen naar Lesbos om samen de handen uit de mouwen te steken.
Mensen in hun kracht zetten
Luchtigheid en humor vindt de ondernemer essentieel bij het vormgeven van zijn maatschappelijke betrokkenheid. Vanuit het hart maar ook met een knipoog. Johnny geeft een mooi voorbeeld: “Op Oudejaarsnacht 2016 stonden wij op het strand van Lesbos om Achmed en zijn reisgenoten te verwelkomen. Het was ijskoud, we hadden een tafel met eten gedekt en een dj draaide muziek. Achmed schudde mijn hand en zei met een grijns: ‘Wat gaaf zo’n warme verwelkoming, maar zet nu maar dat afgrijselijke liedje van Justin Bieber uit.’ Door zo’n moment wordt een zware situatie meteen even wat luchtiger gemaakt.”
Onwetendheid kun je wat aan doen, maar onverschilligheid is zoveel erger
Volgens Johnny is het belangrijk om mensen in hun kracht te zetten. Niemand wil als slachtoffer gezien worden. Zo zet hij met andere ondernemers de talenten van vluchtelingen in op Lesbos om samenwerkingen met de lokale Grieken te creëren. Doordat mensen bijvoorbeeld als schilder of elektricien wat te doen hebben, wordt een campus (kamp) veel humaner en vinden er minder incidenten plaats. “Als je mensen als beesten behandelt, gedragen zij zich ook als beesten. Juist door bruggen te bouwen, komen een Griek en Syrische vluchteling over een glaasje Ouzo er vanzelf achter dat ze beiden fan zijn van Barcelona.”
Meer aandacht voor de zwaardere thema’s is waar Johnny het aankomende jaar zich hard voor wil maken. Het is voor hem een langetermijnproject. Zijn nieuwe theatertour Hier is de Mol wil hij inzetten om ervoor te zorgen dat mensen beter geïnformeerd worden en hun toon matigen. Johnny: “Soms krijg ik te horen dat ik makkelijk praten heb, omdat ik uit een bevoorrechte situatie kom. Dat is allemaal waar. Maar iemand echt zien door aandacht en tijd te geven, heeft niets te maken met geld. Dat kan iedereen. Door bijvoorbeeld soep op te scheppen, je spullen naar de kringloop te brengen of ouderen te bezoeken. Er is, zowel in eigen land als in het buitenland, genoeg te doen. Niets doen is dus geen optie meer. Doe je niets, dan heb je wat mij betreft ook niet meer het recht om te zeiken!”