De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) maakt zich sterk voor een energievoorziening die volledig is gebaseerd op hernieuwbare energie door het bundelen van krachten uit de gehele sector.
Olof van der Gaag, directeur Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, stelt dat Nederland pas aan het begin van de energietransitie staat. “We gaan voor honderd procent in 2050 en dat is nu pas voor zeven procent gelukt. De grote klappen zijn bijvoorbeeld te maken in de zonne- en windenergie. Een windmolenpark op zee draait nu al zonder subsidie en levert stroom voor een miljoen huishoudens.
Door schaalvergroting wordt zonne- en windenergie steeds goedkoper
Olof van der Gaag (directeur NVDE)
We werken er – samen met de 1500 bij ons aangesloten bedrijven – aan om in 2030 vijfenzeventig procent van de elektriciteit uit zon en wind te halen. De kolencentrales zijn dan gesloten. Door schaalvergroting wordt zonne- en windenergie steeds goedkoper. En als er meer betaalbare groene energie is, kan er ook meer elektriciteit gebruikt worden voor verwarming, vervoer en industrie.”
Geothermie in opkomst
Van der Gaag merkt op dat warmtepompen in de toekomst beter en goedkoper worden. “Ook hier speelt schaalvergroting een rol in het kostenplaatje. De toepassing van bijvoorbeeld elektrische boilers in de industrie bevindt zich in de pioniersfase, maar we verwachten er veel van voor de toekomst.” De rol van de consument is relatief klein ten opzichte van de industrie, stelt van der Gaag.
“In de industrie moet het gebruik van fossiele energie snel reduceren. Maar niet alles kan met elektriciteit, er zijn ook andere duurzame bronnen nodig zoals biomassa en waterstof. Waterstof is alleen duurzaam als het gemaakt wordt met groene energie.” Voor verwarming van huizen en kantoren is volgens van der Gaag geothermie een mogelijke oplossing. “Ik verwacht daar veel van; een pijp op één kilometer diepte geeft al vijfendertig graden warmte en dat is dan constant. Op drie kilometer diep is dat zelfs honderd graden.”
“Uiteindelijk moet een duurzame keuze de goedkoopste keuze worden en de overheid kan daaraan bijdragen met bijvoorbeeld subsidies en belastingmaatregelen.”