Voordat een gezondheidsclaim voor de promotie van producten mag worden gebruikt in Europese lidstaten, moeten deze claims worden voorgelegd aan de European Food Safety Authority (EFSA). Dit onafhankelijke wetenschappelijke instituut beoordeelt de gezondheidsclaims aan de hand van ingediende onderzoekdossiers. De Europese Commissie (EC) beslist vervolgens of een gezondheidsclaim wordt toegelaten. De praktische handhaving van de claims, zoals het controleren van reclames, regelen de lidstaten zelf. In Nederland voert de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit dit uit.
Hans Verhagen, senior wetenschappelijk adviseur ‘voeding en voedselveiligheid’ van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), is een van de twintig leden van de beoordelingscommissie van de EFSA. “We hebben inmiddels zo’n drieduizend claims beoordeeld. Het merendeel is afgekeurd, omdat het niet voldeed aan de wetenschappelijk criteria.” Drie vragen dienen positief te worden beantwoord voordat ESFA een claim goedkeurt: is het voedingsmiddel voldoende gekarakteriseerd? Oftewel: is het duidelijk waar het om gaat? Heeft het bestanddeel/product een positieve werking op de gezondheid van mensen? En: is de claim wetenschappelijk onderbouwd?
Strenge wetgeving
“In Europa hebben we bepaald dat producten aan de hoogste wetenschappelijke standaarden moeten voldoen en dat wetenschappelijk bewijs het uitgangspunt is voor claims”, vervolgt Verhagen. “Ontbreekt deugdelijk wetenschappelijk bewijs, dan wordt een claim niet goedgekeurd. Zo hebben we van de ingediende gezondheidsclaims over anti-oxidanten van de 189 er maar acht goedgekeurd.”
In de Verenigde Staten wordt een ruimere marge gehanteerd: daar mag men ook een claim bezigen als het bewijs voor de gezondheidsclaim ‘hoog, ‘gemiddeld of zelfs ‘(erg) beperkt bewijs’ is; dit moet er dan wel in een disclaimer bij worden gezet.
Ondanks de strenge wetgeving zijn er nog veel claims die niet zijn goedgekeurd, maar wel onder bepaalde voorwaarden zijn toegestaan. Deze claims zijn nog niet beoordeeld door de EFSA en de EC. Deze gezondheidsclaims, met name kruiden – staan on hold. Het is niet bekend of en wanneer EFSA deze gaan beoordelen.
Generieke claims voor vrij gebruik
De bewijslast van de claims ligt bij de producenten en claims moeten gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek bij gezonde mensen. Dat maakt het niet eenvoudig voor producenten om hun claim, volgens de EU-norm, wetenschappelijk onderbouwd te krijgen. Verhagen: “Wil je een productspecifieke gezondheidsclaim dan zal je eerst van de ESFA een positief oordeel moeten krijgen. Wordt een claim eenmaal toegewezen, dan mag deze vervolgens de eerste jaren alleen door de aanvrager gebezigd worden. Daarnaast bestaat er een lijst van 229 generieke toegekende claims en die mag iedereen gewoon gebruiken. Bijvoorbeeld de claim dat calcium goed is voor de botten of dat fluoride goed is voor de tanden.” Met als gevolg dat producenten stoffen aan hun producten gaan toevoegen, zoals bepaalde vitamines, om maar tot een gezondheidsclaim te komen? “Dat kan inderdaad en dat is binnen de kaders van de wet geoorloofd.”
Onduidelijke afzender
Gezondheidsclaims worden tegenwoordig allang niet meer alleen via commerciële mededelingen naar buiten gebracht. Met commerciële mededelingen wordt onder andere de etiketten van voorverpakte levensmiddelen en productspecifieke reclame via folders, brochures, internet, tv-commercials en sociale media, bedoeld. Er blijft een schemergebied waarbij het minder eenvoudig is om vast te stellen wat wel en wat niet-commerciële communicatie is. Een blogger die wordt betaald om een gezondheidsbevorderende werking toe te dichten aan een bepaald product is daar een voorbeeld van. Een belangrijk criterium is of de consument de verbinding zal leggen tussen de claim en het product of bestanddeel waarvoor de claim wordt gemaakt. Verhagen: “Voeding is net als voetbal. Iedereen heeft er een mening over: ruim 16 miljoen experts in Nederland… Er wordt zeer veel en door velen over geschreven. Ik vind het belangrijk dat informatie over voeding correct is, maar het is niet altijd even duidelijk is waar een bewering vandaan komt en hoe dicht die bij de wetenschappelijke stand van zaken aansluit. Als mensen twijfels hebben over een bewering over voeding en voedsel, dan zou ik adviseren om altijd de informatie van het Voedingscentrum te volgen. Die zijn namelijk wetenschappelijk gecheckt en onderbouwd.”