Skip to main content
Home » Future of Education » Waarom we definitief stoppen met de termen hoog- en laagopgeleid (en jou vragen dat ook te doen)
WOMEN Inc.

Waarom we definitief stoppen met de termen hoog- en laagopgeleid (en jou vragen dat ook te doen)

De term is nog te vinden op de achterkant van het populaire boek De 7 vinkjes van Joris Luyendijk. We lezen het nog regelmatig in grote Nederlandse dagbladen en het CBS heeft er nog niet definitief afstand van gedaan: de term ‘hoogopgeleid’, met ‘laagopgeleid’ als tegengestelde. Deze termen maken het mogelijk om te praten over het verschil in opleiding tussen mensen. Ook in onze communicatie worden ze nog wel eens gebruikt, maar daar gaan we mee stoppen. In dit artikel leggen we je uit waarom.

De discussie over de termen hoog- en laagopgeleid wordt al lang gevoerd. In 2020 werd er in een column in Het Parool al aandacht aan besteed: “Termen als ‘hoogopgeleid’ en ‘laagopgeleid’ worden nog steeds gretig gebezigd maar kunnen eigenlijk niet meer. Als opleidingsniveau al een binair iets is, laten we dan spreken van academisch opgeleid en praktisch opgeleid.” Er worden hier twee belangrijke punten gemaakt: 

  1. We kunnen twijfelen over opleidingsniveau als iets binairs; iets dat ofwel x is, ofwel y.
  2. Als het al binair is, laten we dan spreken van academisch en praktisch opgeleid.

In- en uitsluiten

Met onze taal kunnen we (onbewust) mensen in- en uitsluiten. In het geval van ‘hoog- en laagopgeleid’ is dit aan de orde: ‘laagopgeleid’ geeft mensen met een praktische opleiding de stempel ‘laag’ en plaatst ze op die manier (nogmaals; onbewust) onder mensen die we bestempelen als ‘hoogopgeleid’. Zij krijgen immers de stempel ‘hoog’. In het streven naar kansengelijkheid moeten we ons bewust zijn van het feit dat taal machtsstructuren kan bevestigen of afbreken. En dat is precies waarom we de termen hoog- en laagopgeleid in de ban doen.   

Eerdere initiatieven

In 2019 hebben grote gemeentes van Nederland ook al gepleit voor afschaffing van de termen hoog- en laagopgeleid omdat “het één niet beter is dan het ander, terwijl dat in dit onderscheid wel zo lijkt”. Daarnaast hebben politieke partijen BIJ1 en BBB in november 2021 een motie ingediend over afschaffing van de termen binnen de Rijksoverheid, omdat: “dit kan zorgen voor een minder negatief stempel op bijvoorbeeld vmbo- of mbo-onderwijs en dit kan bijdragen aan de keuze van leerlingen om te kiezen voor een vakopleiding”. Een hoopvol initiatief, maar 63% van de Tweede Kamer stemde tegen. Ook op gemeentelijk niveau werd er uiteindelijk weinig actie ondernomen: met name het gebrek aan alternatieven was voor veel gemeenten een argument om vast te blijven houden aan het onderscheid hoog- en laagopgeleid. 

Onze keuze

Maar hoe dan wel? We zullen voortaan concreter benoemen over wie we het hebben. Dat houdt in dat we onderscheid maken tussen praktisch en theoretisch opgeleide mensen, en dus die termen gebruiken om iemands opleidingrichting aan te duiden. Echter, zoals in de column in Het Parool al verondersteld werd, zijn de verschillende opleidingsrichtingen niet binair in te delen. Er zijn meer dan twee mogelijkheden. Wanneer bekend gaat onze voorkeur daarom uit naar de meest concrete vorm en zullen we de specifieke opleiding van mensen benoemen. We zullen spreken van mensen die mbo-, hbo- of wo-opgeleid zijn.

Student versus scholier/leerling

Naast de bovengenoemde keuze zullen we niet langer onderscheid maken tussen scholier en student. De Van Dale maakt dit onderscheid nog wel, daarin staat namelijk dat een student “iemand is die studeert aan de universiteit of hogeschool”. Pas daarna volgt: “in bredere zin, iemand die een opleiding volgt”. Wij willen graag de hiërarchie tussen mensen van verschillende opleidingsrichtingen doorbreken en recht doen aan iedereen die een opleiding volgt. Daarom vallen zowel mensen die aan het mbo, het hbo en het wo een opleiding volgen onder de noemer student.

De kloof voorgoed verdwenen?

Dit zijn vanaf vandaag onze richtlijnen. We hopen dat meer organisaties en individuen volgen, en dat de organisaties en individuen die hier al bewust voor gekozen hebben weer anderen zullen aanzetten. Zal dit dan de kloof tussen praktisch en theoretisch opgeleide mensen compleet doen verdwijnen? Nee. Daarvoor is meer nodig. Maar zodra de hiërarchie op het gebied van opleiding in onze taal verdwenen is, bestaat er in ieder geval weer een drempel minder.

Next article