De Nederlandse agrarische sector blijkt internationaal gezien een voorbeeld. Niet alleen op het gebied van productiviteit en kwaliteit, maar ook op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk ondernemen.
“Die twee zaken gaan hand in hand”, vertelt Ton Loman, directeur van Agrifirm, de Nederlandse coöperatie voor veehouders en telers. Veel innovaties worden in Nederland ontwikkeld en toegepast, en vervolgens internationaal overgenomen. “De Nederlandse agrarische sector behoort tot de top van de wereld,” vertelt Loman. “We zijn een gidsland.” Eén van de redenen hiervoor is het Nederlandse agrarische ondernemerschap. “Wij hebben hier geen geïntegreerde markt zoals in de Verenigde Staten, waar één partij de hele keten in handen kan hebben. Hier is iedereen zelfstandig ondernemer; de boeren, de toeleveranciers en de voedingsbedrijven. De hele keten werkt samen. Hierdoor ontstaan krachtige schakels waar kennis en data op hoog niveau worden uitgewisseld. Bovendien kijkt iedere consument met de sector mee. Je kunt niet achterover leunen.”
Innovatieve concepten
Zo speelt de Nederlandse sector ook goed in op de wereldwijd stijgende vraag naar voedsel. Loman: “Met innovatieve concepten uit Nederland kunnen we boeren in andere landen weer van dienst zijn. Zo is er in China dertig á veertig procent meer grondstoffen als hier nodig voor het produceren van één kilo vlees. Met onze kennis van diervoedergrondstoffen kunnen we ervoor zorgen dat er efficiënter geproduceerd wordt. En dankzij antibioticavervangers die we hier ontwikkelen, zijn dieren gezonder. Het resultaat: een eindproduct van betere kwaliteit. Een verbetering in duurzaamheid is dan ook bijna altijd verbonden met een verbetering in efficiëntie; met Nederlandse kennis leren buitenlandse boeren hoe zij met minder input, meer output (voedsel) kunnen creëren.”
Maar ook innovaties op het gebied van akkerbouw spelen een belangrijke rol. Bijvoorbeeld precisielandbouw. “Dankzij hoogwaardige sensor- en ICT-technieken kan een boer veel gerichter mest toedienen of gewassen behandelen. Dit zorgt voor minder verspilling terwijl er een hogere opbrengst kan worden geproduceerd.”
Dutch Farming
Agrifirm denkt dat de Nederlandse landbouw haar toonaangevende positie op het gebied van kennisontwikkeling en kennistoepassing in de voedselproductie verder kan uitbouwen. Onder de noemer ‘Dutch Farming’, focust de organisatie zich op drie thema’s waar ook de synergie tussen akkerbouw en veehouderij naar voren komt. Doel is om op deze manier ook in de toekomst optimaal in te spelen op de vraag van de markt, terwijl er in harmonie met de leefomgeving wordt gewerkt.
Loman: “Ons zwaartepunt ligt allereerst op ‘gezonde bodem, planten en dieren’. Dit is de basis voor een gezonde en rendabele bedrijfsvoering. Als tweede is dit ‘slim voeden’; denk hierbij aan het eerder genoemde precisiebemesting of de ontwikkeling van Akkerweb: een innovatie op het gebied van datauitwisseling. En tenslotte het thema ‘kracht in de keten’, waarbij samenwerking tussen verschillende schakels leidt tot kennisuitwisseling, en nieuwe voedingsproducten en concepten.”
Om de koploperspositie van Nederland verder uit te breiden, ligt er volgens Loman ook een belangrijke rol bij de politiek. “In Europa zullen we een level playing field – een gelijk speelveld, voor elkaar moeten krijgen zodat de regelgeving voor alle landen op één lijn ligt. Zo kan er niet geprofiteerd worden van, bijvoorbeeld, goedkopere import uit landen die duurzaamheid en dierenwelzijn niet hoog op de agenda hebben staan.”