Klimaatverandering noopt tot nadenken over het anders inrichten van de openbare ruimte. De Antea Group verzamelt data en helpt daarmee beleidsmakers de juiste keuzes te maken.
Bouwen we een nieuwe wijk, vervangen we de riolering, zijn er plannen voor drempels in een weg? Bij het maken van plannen voor infrastructurele werken gaat klimaatverandering een belangrijke rol spelen.
Nu wateroverlast, hitte en droogte steeds vaker voorkomen – de afgelopen natte lente en hete en gortdroge zomer zijn daarvan een sprekend voorbeeld – is het zaak ons daarop voor te bereiden en onze omgeving daarop in te richten, vindt Benno Steentjes.
Hij is expert Beheer en Klimaatadaptatie bij ingenieurs- en adviesbureau Antea Group. ‘’De beheerder van de openbare ruimte, in veel gevallen zijn dat gemeenten, hebben daarbij wat mij betreft een essentiële rol.
Zij moeten het initiatief tot klimaatadaptatie nemen door de openbare ruimte klimaatbestendig in te richten. Dat geldt overigens ook voor projectontwikkelaars, die een wijk willen bouwen. Ook zij moeten klimaatverandering, de gevolgen en de oplossingen meenemen in hun plannen.”
Wat we moeten doen met klimaatverandering, wie neemt het initiatief en hoe doen we dat, daarvoor is samenwerking belangrijk, zegt Steentjes. “Wij zeggen: ga aan de slag en koppel klimaatadaptatie, dus klimaatbestendig inrichten, aan infrastructurele projecten en andere actuele ontwikkelingen, zoals energietransitie en smart cities (beheer en bestuur van steden met behulp van informatietechnologie en internet of things).”
Hitte- en droogtestress
De klimaatverandering behelst vier belangrijke peilers: als gevolg van de klimaatverandering ontstaat meer wateroverlast door heftige en langdurige buien, ontstaat hitte- en droogtestress en nemen de overstromingsrisico’s van de grotere rivieren toe.
De mogelijke gevolgen van wateroverlast en hogere waterstanden hebben we inmiddels redelijk duidelijk voor ogen, meent Steentjes. “Lastiger wordt het bij hittestress en droogtestress. In het eerste geval kan verlies van arbeidsproductiviteit ontstaan, hebben we te maken met warme nachten (slapeloosheid) en meer zieken en sterfgevallen.
Bij droogtestress ontstaat verdroging van perken en parken, van bomen, is er kans op slechte waterkwaliteit door blauwalg en verzilting, slecht nieuws voor de landbouw. Het kan zelfs gevolgen hebben voor woningen die op houten palen zijn gebouwd: als de grondwaterstand zakt, komen de palen droog te staan en verrotten ze, met als gevolg beschadigde constructies.”
Maatregelen
Dat maatregelen noodzakelijk zijn, is duidelijk, maar het komt er op aan de juiste te kiezen. De ontwikkelingen gaan snel. “Niet alleen het klimaat verandert rap, ook de bebouwde omgeving, zeker nu de economie weer op volle toeren draait,” aldus Renier Koenraadt, strateeg voor het thema klimaatadaptatie bij Antea Group.
“Veel gemeenten zijn op zoek naar de zwakke schakels. Aan de andere kant heeft het als bestuurder geen zin om op je handen te gaan zitten tot alles klip en klaar is. Klimaatadaptatie is meer een kwestie van bewust omgaan met deze onzekerheden dan van niets doen.”
Steentjes is het daarmee eens. “We kunnen sowieso van alles doen. Bijvoorbeeld in de openbare ruimte, door beheerplannen aan te passen en combinaties te zoeken met vervangingsopgaven voor wegen, riolering en andere infrastructuur.
Dat maatregelen noodzakelijk zijn, is duidelijk, maar het komt er op aan de juiste te kiezen.
Stimuleer als gemeente je inwoners zelf ook initiatieven te nemen. Bijvoorbeeld met Operatie Steenbreek, in veel gemeenten al uitgevoerd. Daarbij kunnen bewoners hun tuintegels inwisselen voor planten. Want verstening geeft veel problemen bij het verwerken van de grote hoeveelheden neerslag.”
Koenraadt pleit voor het inbedden van klimaatadaptatie bij nieuwbouw en herstructurering. Een slimme verdeling van groen (bomen), blauw (water) en rood(stenen) levert een optimale klimaatbestendigheid op. “Zo geven bomen schaduw én ze verdampen hun opgeslagen vocht, wat zorgt voor verkoeling. Bovendien halen ze schadelijke CO2 uit de lucht. Meer groen in de stad loont dus al gauw de moeite.”
Partijen verbinden
De uitdaging is om hiervoor de noodzakelijke verbindingen en het gesprek aan te gaan met de verschillende partijen, meent Steentjes. Als er water over een weg stroomt door heftige buien, zou je die weg volgens ons 10 centimeter lager kunnen leggen, zodat het als een soort stroomgoot fungeert en het water dus niet de huizen instroomt.
Maar als een gemeente op diezelfde weg juist drempels wil aanbrengen omdat de weg dan veiliger wordt, is er een probleem: want drempels houden het water juist tegen, zodat het niet snel weg kan. Dus moet je kiezen en belangen tegen elkaar gaan afwegen. Kijk op wijkniveau, daar is de afweging: meer bomen of meer parkeerplaatsen?
Bovendien, wacht niet, maar ga als overheid aan de slag en geef het goede voorbeeld. Hiermee maak je maatschappelijke partners bewust van hun eigen verantwoordelijkheid en kun je ze prikkelen tot het zelf nemen van initiatief.”
“Als adviesbureau helpen wij partijen die keuzes te maken. Daarom werken wij datagedreven, we doen metingen en gebruiken veel data, waarop we dan weer modellen kunnen baseren. “Dat levert een schat aan informatie op,” aldus Koenraadt.
“Nieuwe inzichten vormen een mooie aanleiding voor overheden om de komende jaren in gesprek te blijven met maatschappelijke partners over de gezamenlijk te varen koers. Waar zijn we op de goede weg en wat moet anders om de doelen in 2050 te behalen?
En hoe meten we dat? Meten kan bijvoorbeeld met sensoren, maar ook met satellieten, die infraroodopnames kunnen maken om temperatuurverschillen aan te tonen. Daaraan zie je de impact van bomen, water en stenen op zaken als droogte en hittestress.”