Nederland klimaatneutraal in 2050. Welke concrete stappen dienen er gezet te worden? Vier experts aan het woord.
Michel Schuurman
Programmamanager Circulaire Economie bij MVO Nederland
“De weg naar een klimaatneutraal Nederland in 2050 is nog lang. We staan dan ook laag in de ranking van de Europese Unie, alleen Roemenië en Malta staan achter ons. Er zijn veel plannen, maar helaas weinig realisatie. Dat is te wijten aan een aantal oorzaken.
De hoofdreden is denk ik toch omdat Nederland een zeer verweven geschiedenis en economie heeft met de fossiele en petrochemische industrie.
Een tweede oorzaak is het poldermodel; wij zijn erg terughoudend om een statement als ‘in 2030 hebben we alleen maar elektrische auto’s’ te maken.
Tot slot zet onze economie volledig in op economische groei. Dat is goed, maat dat leverde ons in de praktijk ook één procent meer CO2 uitstoot op. Terwijl we eigenlijk zouden moeten dalen.
Sterker nog, we moeten 14 procent dalen in vier jaar, want de rechter heeft de Nederlandse staat verplicht om in 2020 25 procent CO2 reductie te hebben. Dat wordt pittig, want we zijn nog niet eens op de helft. Economische groei is niet verkeerd, maar het moet wel gericht zijn op duurzame – te weten klimaatneutrale en circulaire – oplossingen”
“Als ik denk aan twee concrete stappen die we kunnen en moeten maken in de nabije toekomst dan zijn dat schaalvergroting en de invoering van een prijs voor CO2-uitstoot. Als we duurzame energievoorziening goed kunnen opschalen dan wordt het ook direct goedkoper dan fossiele energie.
En daardoor niet alleen aantrekkelijk voor mensen die bewust bezig zijn, maar ook voor mensen die misschien gedwongen zijn te handelen naar de grootte van de portemonnee.
Daarnaast denk ik dat we een goede stap kunnen maken als we CO2-uitstoot zouden belasten. Dat kost nu bijna niets, alleen hele grote bedrijven moeten iets betalen maar die CO2-prijs is veel te laag.
Mensen en bedrijven denken vaak toch op korte termijn, en met een CO2-kostprijs kan je die korte termijn beïnvloeden. Degene die vervuilt, die moet gewoon betalen.”
Pieter Boot
Sectorhoofd van de afdeling Klimaat,Lucht en Energie bij het Planbureauvoor de Leefomgeving
“Om echt een bijdrage aan de uitvoering van het Parijsakkoord te kunnen leveren moeten we onze uitstoot van broeikasgassen in 2050 met een ordegrootte van 90-95 procent reduceren ten opzichte van die in 1990.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceerde onlangs nieuwe cijfers over de CO2-uitstoot in 2016 en die waren niet best; we hebben sinds 1990 11 procent gereduceerd. Wij verwachten dat dit met het energieakkoord in 2020 tot 23 procent opgelopen kan zijn, maar dan hebben we dus nog 30 jaar om een veelvoud daarvan te reduceren.
Ik vind het ver gaan om Nederland het slechtste jongetje van de klas te noemen – we hebben geen bergen en zijn dicht bevolkt – maar we lopen wel behoorlijk achteraan bij het proces van hernieuwbare energie. Hier staat tegenover dat wanneer we de afspraken van het energieakkoord waarmaken, we in 2023 al een stukje in de rij zullen zijn opgeschoven.”
“Als we echt aan de uitvoering van het Parijsakkoord willen werken, denk ik dat we richting 2030 op twee punten nog wat concreter kunnen zijn.
Het eerste betreft de emissies, die moeten in 2030 sterk gereduceerd zijn. Daar moeten we meters in zien te maken.
Het tweede actiepunt is dat we meer moeten leren. Via demonstraties, kijken naar wie welke rol speelt, hoe gemeenten echt mee kunnen doen aan het akkoord en hoe de elektriciteitsmarkt eruit ziet met heel veel wind en zon.
Bijvoorbeeld ook met het opslaan van de CO2-uitstoot onder de grond, dat moet worden voorbereid: er moeten wetten voor komen, wie is er aansprakelijk, wie is de netbeheerder, hoe wordt het betaald en doen we dit in alle kleine velden van de Noordzee, of een paar?
Dus aan de ene kant moeten we veel meters maken in de reducering van CO2-uitstoot en aan de andere kant moeten we meer leren en zaken institutioneel op orde krijgen.”
Harold Pauwels
Business Unit Manager Standards
bij NEN
“Om een klimaatneutraal Nederland te bereiken in 2050 moeten er bestaande normafspraken worden aangepast, afgeschaft of opnieuw worden opgesteld. Daar is NEN op dit moment met haar normalisatienetwerk al mee bezig, maar we staan echt nog aan het begin.
Die afspraken, standaarden en keurmerken zijn belangrijk, want men kan bijvoorbeeld zeggen dat iedereen in een klimaat neutraal huis moet wonen, maar dan moet iedereen wel weten wat dat inhoudt en hoe je het klimaatneutraal bouwt.
Zulke afspraken zijn van belang op landelijk en internationaal niveau. Feit is dat we qua regulering en zelfregulering nu pas zijn begonnen met het uitwerken van de noodzakelijke maatregelen en ordeningsvraagstukken.
Als tien procent waar zou zijn van wat ik lees en hoor van experts dan staan we voor een enorme uitdaging, en moeten we alle acties versnellen om in 2050 de doelen te halen. Je merkt aan alles dat de bewustwording er bij alle actoren eindelijk is.”
“Ik denk dat we nu vooral moeten starten met de projecten en dat betekent dat we tot afspraken moeten komen waar iedereen iets aan heeft. Ik roep de industrie en overheden op gebruik te maken van het zelfregulerend vermogen van de samenleving en de noodzakelijke normalisatietrajecten op te starten.
Het kan vergeleken worden met de kabinetsformatie. Afspraken worden gemaakt, waar vaak maanden voor nodig is omdat er veel partijen aan tafel zitten, allemaal met eigen doelstellingen. Uiteindelijk komt er dan een afspraak die het leven voor iedereen makkelijker maakt.
Kijkend naar de klimaatdoelstelling die we samen hebben dan ben ik ervan overtuigd dat we met goede afspraken een grootste winst kunnen halen met energiebesparing en oplossingen in de gebouwde omgeving, de mobiliteit en de industrie.”
Martijn van Gelderen
Manager Milieu en Omgevingskwaliteitbij BPD
“Op de vraag ‘hoe staat Nederland ervoor op weg naar klimaatneutraal in 2050’ is mijn antwoord dat de nieuwbouw goed op weg is, maar Nederland nog niet. Voor nieuwe woongebieden is een volledig energieneutrale omgeving binnen enkele jaren te realiseren.
Veel gemeentes hebben voor de huidige nieuwbouwprojecten nu al de wens om deze aardgasvrij op te leveren. Dat is erg positief. Van de door BPD opgeleverde woningen is nu bijna een kwart gasloos en dat aandeel blijft groeien.
Elke woning bevat tien m2 zonnepanelen en voldoet aan strenge isolatie-eisen. Maar de echte opgave zit in de bestaande stedelijke omgeving. Die is veel lastiger energieneutraal te krijgen.
Van de woningen die in 2050 energieneutraal moeten zijn, is 80 procent op dit moment al gebouwd dus daar moet de focus liggen. En dan schuilt de oplossing vaak niet in de technologie, maar in financiële ondersteuning voor de betrokkenen, in een netwerk van verschillende partijen en in lokale initiatieven.”
“Als ik denk aan concrete stappen die we kunnen nemen denk ik vooral aan meer samenwerking, want thema’s als mobiliteit en klimaatadaptatie worden vaak los van elkaar benaderd, terwijl ze eigenlijk niet los van elkaar te zien zijn.
Daarnaast pleit ik voor meer mogelijkheden voor oplossingen op maat. Als het bijvoorbeeld gaat over de inrichting van algemeen gebied waar de gemeente veel zeggenschap over heeft, zijn er vaak strakke regels waar iedereen zich aan dient te houden, maar langzamerhand wordt dat losgelaten.
En dat is goed, want er moet meer ruimte zijn voor duurzame oplossingen op maat. Dat er bijvoorbeeld meer ruimte wordt gecreëerd voor waterberging in die straat, omdat daar de meeste regen naartoe loopt en dat een drukke weg is.
Dat dit dan mag afwijken van de waterbergingplanning van die andere straat, daar moeten we naartoe! We moeten veel meer samenwerken.”