De klimaatdoelstellingen van 2030 zorgen voor transitiestress. Veel bedrijven hebben momenteel moeite om de omslag te maken. Volgens directeur-bestuurder Maria van der Heijden van MVO Nederland gaan er dingen goed, maar ook nog steeds veel niet. “We zitten met zijn allen in een oud systeem waarin we nu stukjes aan het aanpassen zijn. Maar we moeten radicaal om naar een nieuw systeem.”
Hoe staat ondernemend Nederland ervoor als het gaat om duurzaamheid? Om dat te meten en om de transitie te versnellen, bedacht MVO Nederland in 2020 de Nieuwe Economie Index (NEx). Dat de index dit jaar op 16,5 procent uitkwam, stemt Van der Heijden allerminst tevreden. “Het gaat naar mijn smaak veel te langzaam”, legt de bevlogen directeur-bestuurder van de beweging voor ondernemers in de nieuwe economie uit. “Het kabinet is vooral bezig met energie- en uitstootvermindering, maar minder met het stimuleren van innovatieve oplossingen, ideeën en bedrijven.”
Meer aandacht voor circulariteit en biodiversiteit
Bovendien laat de index van dit jaar een wisselend beeld zien. “Sommige dingen – zoals meer vrouwen aan de top en versnelling van de energietransitie – gaan goed”, aldus Van der Heijden, “maar andere dingen nog steeds niet. Zo wordt nog steeds 95 procent van de geldstromen van pensioenfondsen, verzekeraars en banken geïnvesteerd in de oude economie, zonder expliciet rekening te houden met de effecten op milieu, mens of samenleving. Ook is er bijna geen aandacht voor biodiversiteit in ons land – en al helemaal niet in de keten of in het buitenland waar veel van onze impact plaatsvindt -, het verzwaren van het elektriciteitsnet of het aanpassen van overheidsregels zodat ze innovatieve ideeën mogelijk maken. Er zijn heel veel beloftes gedaan, maar daar moet nog hard aan getrokken worden als we die in 2030 willen halen.”
Kantelpunt: geen weg meer terug
Om die doelen te bereiken, is het volgens MVO Nederland nodig om in 2025 een kantelpunt te bereiken. Minimaal 20 procent van ondernemend Nederland zou op dat moment de oude economie achter zich gelaten moeten hebben. “Als dat gebeurt, is er geen weg meer terug en zal verduurzaming steeds sneller gaan. De kracht van verandering ligt bij ondernemers. Zij hebben de slagkracht om te zorgen voor die verandering. De koplopers weten dondersgoed wat er speelt, begrijpen de urgentie en zien exact wat er nodig is. Ze willen een positieve impact op hun omgeving hebben. Tegelijkertijd zien ze dat het ook tot nieuwe businesskansen en verdienmodellen leidt.”
Maar waarom is verduurzaming dan zo moeilijk voor de rest? “Iets bestaands loslaten voor iets wat nog onbekend is, is eng. Waar duurzaamheid vroeger nog gezien werd als ‘iets teruggeven aan de maatschappij’ gaat het nu eigenlijk veel meer om ‘verbinding maken met de buitenwereld’. Beseffen dat we deel uitmaken van het ecosysteem en kijken welke invloed jij hierin hebt. Het duurt ontzettend lang om de omslag te maken van een traditioneel systeem waarin niemand zich bekommerde om vervuiling naar een circulair systeem waarin iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. We zijn stuk voor stuk mensen die zijn opgegroeid in een situatie met bepaalde regels en wetten. Het duurt even voordat we die omslag in denken hebben gemaakt.”
Geen integrale visie van de overheid
Er zijn ook bedrijven die totaal geen baat hebben bij een duurzame bedrijfsvoering. “De fossiele krachten zijn nog te sterk. Er gaat nog altijd meer subsidie naar fossiel dan naar duurzaam. Dat helpt natuurlijk niet. Net als het zwalkende beleid van de overheid. Zo liet afgelopen Prinsjesdag zien dat de overheid eigenlijk geen integrale kijk en visie op duurzaamheid heeft. Het beleid bestaat nog te veel uit losse snippers, terwijl het gaat om het papieren vel dat die snippers samen vormen. We zitten met zijn allen in een oud systeem en zijn daarin stukjes aan het aanpassen, maar we moeten nu radicaal over naar een nieuw systeem. We moeten stoppen met het continu dichtnaaien van de gaten in een oude jas en een nieuwe kopen die weer generaties lang
meekan.”